YAMA

Yoga is meer dan alleen het doen van houdingen. Vanuit de leefregels kun je hier kracht uit halen in het dagelijks leven. Het is verdeeld in 5 onderdelen waar Yama het eerste onderdeel van is. De yama’s geven richting aan de vraag wat je als yoga-studerende beter niet zou kunnen doen. De yama’s zijn wenselijke onthoudingen. Yama leert je je geest beter te beheersen maar ook te herkennen of je een keuze maakt vanuit je ego, geest of intellect of vanuit je ziel of je hart. Ik beschouw ze als een  soort natuurwetten die voor iedereen toepasbaar zijn. Ze beschrijven hoe we met elkaar (de buitenwereld) om kunnen gaan. Daarom helpen ze me ook iedere dag om bewuster in het leven te staan waarbij ik me minder afhankelijk voel van dat wat er in de buitenwereld zich afspeelt. Dat vind ik ontzettend fijn want daardoor kan ik soms wat meer in mijn eigen kracht blijven staan en niet alles zomaar laten binnen komen. Dat betekent dat ik niet minder contact heb met de mensen om me heen. Nee, ik voel me hierdoor meer verbonden met anderen maar op een ander niveau. Meer op een zielsniveau zonder oordeel.

Yama vraagt ons te onthouden van geweld, leugen en bedrog, diefstal, onkuisheid en hebzucht en  brengt ons terug tot hun ware essentie: harmonie en vrede.

Deze vijf morele disciplines zijn essentieel voor de geestelijke ontwikkeling. In vele opzichten zijn deze disciplines universeel. Het zijn morele aspecten die in elk leven thuishoren. Het maakt ons bewust ons op deze punten richten, dat men zich zuivert en daarmee de eerste bewuste stap zet op weg naar het volledig bewust worden. Men begint met het goede naar buiten toe te richten opdat men zich kan spiegelen in het leven. Wat men niet wil dat u geschiedt, doe dat ook naar anderen niet.
Mahatma Gandhi zei: “Er is genoeg op deze wereld om te voorzien in wat iedereen nodig heeft, maar niet in wat iedereen begeert”.

Yama geeft een evenwicht om juiste relaties te scheppen zodat yogabeoefening mogelijk wordt.

Wil je de yogasutra’s van Patanjali bestuderen, de uitgave ‘Zien door Yoga’ met uitleg van Jogchum Dijkstra en Salvatore Cantore is een toegankelijke versie, rechtstreeks vanuit het Sanskriet vertaald. Hieronder, in het kort, de acht leden die (als je ze werkelijk beoefent) leiden naar steeds meer inzicht in jezelf en bevrijding in je dagelijks leven.

1. Yama of hoe ga je om met anderen en de wereld om je heen.

3 ASTEYA – Niet stelen

Trachten niet hebzuchtig te zijn, rechtvaardigheid, eerlijkheid en beheersing van eigen verlangens.

Kun je zonder verwachtingen geven, zonder dat je daar iets voor terug ontvangt of voor terug ontvangt. Vanuit een open hart geven?  Dat is in deze wereld helemaal niet zo vanzelfsprekend.

In ‘Asteya’ staat de ‘A’ voor ‘niet’ en ‘steya’ voor ‘stelen’. Asteya is een religieuze of spirituele houding, om diefstal en begeerte teniet te doen. In deze filosofie gaat het bij het niet stelen om zowel in gedachte, woorden en daden.
Yoga beoefenen zit tussen de materiële en de spirituele wereld in. Daarom gaat het bij de studie van Asteya om zowel materiële als geestelijke zaken. Vooral aan de geestelijke zijde zitten de valkuilen. Ideeën overnemen van anderen is een vorm van stelen.
De kunst van het spel is niet te nemen wat niet gegeven is. Dat wat je niet echt toebehoort mag je niet nemen of toe-eigenen. Het betekent dat je zodanig probeert te handelen, dat je ook anderen niets te kort doet. Anderen hun mogelijkheden ontnemen is een vorm van geweld (Ahimsa).
Stelen komt altijd voort uit de verlangens van onze lagere vermogens, het bezitten van lagere kennis en materiële zaken. Het toe-eigenen en vergaren ten behoeve van zelfverheerlijking. Stelen komt direct voort uit hebzucht en is dus iets vanuit onze lagere verlangens. Stelen vertroebelt ons gehele wezen en op deze manier kunnen we ons niet meer op ons werkelijke doel concentreren en herkennen van één-wording en het verwezenlijken van ons ware Zelf.
Stelen blijft dus niet beperkt tot materiële zaken en/of het misbruik daarvan. Het gaat ook om verworven kennis.
We kunnen ook in vele vormen van onszelf stelen. Geven we teveel energie weg aan onjuiste handelingen? Gebruiken we onze krachten wel goed? Gebruiken we teveel woorden of stellen we teveel vragen? Vragen we voor onze diensten wel een eerlijke prijs voor de gegeven kwaliteit?

Mahatma Ghandi zei: “De wereld heeft ruimte om genoeg te geven voor een ieders zijn behoefte, maar niet genoeg voor een ieders zijn begeerte”.  

Eerlijkheid in de handeling

Asteya staat natuurlijk direct in verband met Ahimsa en Satya. Wanneer we vanuit liefde de gehele schepping aanschouwen is er het besef dat we echt alles wat we nodig hebben direct aanwezig is. En niets nodig hebben wat andermans bezittingen zijn! Niet het recht toe-eigenen waar de belasting hoger is dan dat wat het oplevert.

Waarachtig geven en ontvangen.

Als je iets waarachtig geeft, is het belangeloos. Dan gaat het niet om dat wat ermee gedaan wordt of wat het resultaat daarvan zal zijn. Je geeft iets uit oprechtheid, vanuit je hart. Wat er daarna mee gedaan wordt is niet van belang, dan is het niet meer van jou. Als je ervaart dat het je wel iets doet, heb je niet echt gegeven. Dan ging het toch weer zo, dat eigenlijk volgens jouw wetten moet gaan. Doe de dingen niet omdat het zo hoort of moet, maar vanuit je hart.
Met ontvangen is net zo, kan en durf je echt wel iets te ontvangen, wat waarachtig waardevol is?
Hoe ga je daar dan mee om? Hoe dankbaar ben en blijf je, met alles wat je in het leven gegeven is? Kan je het waardevolle en de waarde aanvaarden wat je toekomt en het echt tot je laten komen. Hoe meer we willen pakken en nemen, des temeer er een tekort in jezelf ontstaat, op alle niveaus. Uiterlijke verschijningen zijn korte bevredigingen, deze zullen nooit waarachtige bevrediging en rust geven.
Materie en de buitenwereld zijn feitelijk dode dingen. Het echte leven gaat om innerlijke rijkdom.
Wie zijn vertrouwen kan richten op het onbekende, zal alle rijkdom, harmonie en vrede ontvangen.