Door yoga kun je leren lichter te leven.
I. Yama
In de yama’s worden 5 gedragsregels genoemd die we moeten toepassen om in harmonie met onze omgeving te kunnen leven. Er zijn vijf yama’s:
- Ahimsa: geweldloosheid, zowel verbaal als fysiek. Direct en indirect.
- Satyam: eerlijkheid, spreek altijd de waarheid en accepteer het als anderen ons de waarheid vertellen.
- Asteya: niet stelen
- Brahmacharya: beheersing
- Aparigraha: streef geen materialisme na, maar zoek het geluk van binnen.
II. Niyama
De niyama’s helpen ons om onszelf te ontdekken. Ook hiervan zijn er vijf:
- Saucha: zuiverheid, zowel geestelijk als lichamelijk.
- Santosha: tevredenheid, wees tevreden met wie je bent en wat je hebt. Vergelijk jezelf niet met anderen. Ieder individu is uniek.
- Tapas: zelfdiscipline, wees passioneel in wat je doet, toon compassie met jezelf en anderen.
- Swadhyaya: zelfstudie. Onderzoek waarom je handelt en denkt zoals je handelt en denkt en bestudeer de heilige boeken. Doorzie je ego en leer dat je dit ego kunt observeren en dat je er niet altijd naar hoeft te luisteren.
- Pranidhana: geef jezelf over aan het grotere geheel. We zijn geen op zichzelf staand individu. We maken deel uit van alle mensen om ons heen. De dieren, de natuur, de wereld. Er is geen ik, er is slechts een geheel.
III. Asana
Stap drie zijn de asanas; de houdingen of poses: dat wat wij in het westen yoga noemen. Dit is het beoefenen van lichaamshoudingen waardoor er stabiliteit en gezondheid ontstaat. Niet alleen in lichamelijk opzicht maar het leidt ook tot mentaal evenwicht.
IV. Pranayama
Stap vier is pranayama; ademhalingstechnieken. Door de oppervlakkige manier waarop we dagelijks ademen, gebruiken we maar twintig procent van onze longcapaciteit. Met pranayama kunnen we dat opvoeren naar tachtig procent, waardoor we rustiger en dieper kunnen ademhalen, met als gevolg meer vitaliteit en een heldere geest. Prana duidt op adem, sterkte, vitaliteit en leven maar ook op de ziel in plaats van het lichaam. Door het reguleren van de adem (ritmische ademhaling) wordt de geest kalm en kunnen we ons denken beheersen. De adem als ritmisch patroon dat rust brengt in ons denken en concentratie mogelijk maakt.
V. Pratyahara
Stap vijf is pratyahara, controle over de zintuigen. We kunnen wel willen mediteren, maar als ieder geluidje, iedere tinteling of iedere geur ons afleidt, krijgen we onze geest nooit tot rust.
VI. Dharana
Stap zes is dharana; concentratie. Focussen op een gedachte, zonder afgeleid te raken, op één punt gericht zijn. Het verstand, ego en de rede onder controle brengen. Hoe ga je om met je verstand? Het verstand is het geheel van gedachten die heel moeilijk onder controle te brengen zijn omdat ze zo snel wisselen. Door te kijken hoe we denken en op welke wijze we ons verstand kunnen gebruiken is het mogelijk om ons zonder verwarring op één ding te richten.
VII. Dhyana
Stap zeven is dhyana; meditatie. Het tot rust brengen van de geest, om diepere lagen van bewustzijn te bereiken. Meditatie ontstaat als de toestand van concentratie ononderbroken blijft. Vanuit deze blijvende concentratie komen we in een vertraging en ontspanning terecht van waaruit we kunnen kijken naar onszelf, onze manier van handelen in plaats van de handelingen die we verrichten. Het is het kijken naar de verbindingen die we aangaan met onze gedachten en gevoelens in plaats van te kijken naar de gedachten en gevoelens op zich.
VIII. Samadhi
De laatste en achtste stap is samadhi, super bewustzijn oftewel verlichting. Als we samadhi bereiken, doorzien we hoe heel de wereld één is. Hoe alles met alles samenhangt. Dat er geen ik en jij is, maar alleen wij. Dat we door voor onszelf te zorgen voor anderen zorgen en door voor anderen te zorgen voor onszelf zorgen. Dit is een toestand waarin lichaam en zintuigen in rust verkeren maar de mentale en intellectuele vermogens alert zijn alsof je waakt. Het is het uitstijgen boven het normale bewustzijn. Een vrede die alle begrip te boven gaat.
In de volgende blogs ga ik dieper in op elk van de acht stappen.