Het gevangenisverhaal

Ik moet nog vaak aan dit verhaal denken als ik mezelf gevangen of slachtoffer voel van de omstandigheden om mij heen. Mij helpt het om op een andere manier de omgeving te benaderen. Maar vooral om mezelf en mijn overtuiging op een andere manier te benaderen. Het verhaal betreft een man die levenslang gevangenisstraf kreeg voor een moord die hij niet had gepleegd. Ik zal je de details besparen, maar het was echt een afschuwelijke zaak. Na zijn veroordeling kwam deze man in de gevangenis en daar werd het nog veel erger.

Ik weet niet of je het weet, maar in een gevangenis vormen de gevangenen met elkaar een soort mini-samenleving en die lijkt veel op wat er in het echte leven gebeurt. Dat wil zeggen: iedereen neemt een plekje in en er ontstaat een soort hiërarchie van belangrijke mensen die macht uitoefenen over minder belangrijke mensen.

In de gevangenis geldt dat wanneer je een zwaar misdrijf hebt gepleegd, je dan automatisch hoog in de hiërarchie wordt geplaatst en dus boven mindere criminelen staat. Daarna moet je natuurlijk wel je plekje zien te behouden en daarbij geldt het recht van de sterkste.

De onterecht veroordeelde man kwam op basis van zijn zogenaamde misdrijf dus hoog in de hiërarchie, maar hij kon dat natuurlijk op geen enkele manier waarmaken. Daardoor viel hij algauw ‘naar beneden’ en werd het pispaaltje van iedereen. Dagelijks werd hij gehoond en vernederd.

Hij had alle reden om zich slachtoffer te voelen maar koos toch voor een andere weg.

Toen ik zijn verhaal hoorde, kreeg ik een brok in mijn keel en de tranen brandden achter mijn ogen. Deze man had alle reden om zich slachtoffer te voelen en verbitterd te zijn en dat was hij ook.

Tijdens een van zijn meest wanhopige nachten verscheen er een lichtende gestalte naast hem die zei:

‘Richt je op je hart.’

De man reageerde verbolgen en opstandig. Hij dacht: wat is dit voor een belachelijk advies, snap je wel waar ik zit? Maar de lichtende aanwezigheid was zo bemoedigend en troostrijk dat iets in hem stil werd. Hij zocht diep in zijn hart naar een antwoord. Daar ontdekte hij zijn verlangen om de liefde te leren kennen.

In die nacht besloot de man de gevangenismuren en het gedrag van zijn medegevangenen te aanvaarden. Hij besloot niet langer tegen zijn lot te vechten en zich voortaan te focussen op dat wat bínnen zijn mogelijkheden lag.

De volgende dagen richtte hij zich op de liefde in zijn hart en hij begon compassie te voelen voor zichzelf en later ook meer en meer voor zijn medegevangenen. Steeds duidelijker begon hij te zien dat zij aan het overleven waren en hij voelde geregeld door zijn eigen tranen heen de pijn van de ander.

In het begin werden de reacties van zijn medegevangenen alleen nog maar erger, maar na enkele weken lieten ze hem gek genoeg meer met rust. Ik kan me nog goed herinneren dat de man beschreef dat op een gegeven moment een medegevangene op zijn celdeur klopte en schuchter vroeg of hij binnen mocht komen. Vervolgens stortte deze gevangene (een man die hem eerder vernederd had) zijn hart vol pijn voor hem uit. Aan het eind van de ontmoeting omarmden ze elkaar.

In de maanden daarna kwamen steeds vaker gevangenen die in nood zaten naar hem toe om hun levensverhaal te vertellen. Hij luisterde naar hun pijn en schonk hun troost en begrip.

Een jaar later werd hij bij de directeur van de gevangenis ontboden. Er was een gevaarlijke en onhandelbare crimineel in de gevangenis gekomen en deze veroorzaakte grote problemen. De directeur vroeg hem om te bemiddelen in het conflict.

De gevangene werd een geliefd persoon

De onterecht veroordeelde man werd in enkele jaren een geliefd persoon in de gevangenis en zijn verhaal drong zelfs tot buiten de muren, in de media door. Na twaalf jaar kreeg hij gratie. De rest van zijn leven zette hij zich in om gevangenen bij te staan en hen te helpen het beste in zichzelf omhoog te halen. Tijdens een interview zei de man:

‘Mijn onterechte veroordeling heeft een goede kant gehad.
Het heeft mij wakker gemaakt voor mijn kracht en liefde.
Zonder die uitdaging was dat niet gebeurd.’

Ieder van ons kan zich op een bepaald moment in zijn of haar leven ook gevangene voelen van de omstandigheden. Wat we op zo’n moment in ons leven ook doen, het lukt niet om de situatie op te lossen of om ‘eruit te komen’. In onze pijn komt het niet in ons op om op te houden met vechten en ons te richten op de liefde in ons hart.

Binnen de beperkingen van ons leven kunnen we altijd liefhebben, in eerste instantie onszelf liefhebben en daarna misschien ook meer en meer de mensen en dingen om ons heen liefhebben. Wanneer we de verbinding met onszelf herstellen en onze liefde versterken, kan het maar zo zijn dat de omstandigheden verbeteren zonder dat we daarmee bezig zijn. En misschien kunnen wij dan na verloop van tijd, net als de man in het voorbeeld, zeggen:

‘Mijn grootste probleem heeft een goede kant gehad.
Het heeft mij wakker gemaakt voor mijn kracht en liefde.
Zonder die uitdaging was dat niet gebeurd.’